2 juli
In het vliegtuig zit voor ons een vader met zijn zoontje. De vader pakt een kistje onder zijn stoel vandaan en laat de inhoud, een glimmende revolver, aan zijn buurman zien. Er volgt een geanimeerd gesprek tussen beide heren en de revolver wordt van alle kanten bekeken. Ondertussen zit ik met klotsende oksels en zweethandjes als een ekster naar het ding te staren en kan alleen maar denken: Ik wil uit dit vliegtuig en wel meteen! Aangekomen op de luchthaven in Las Vegas vraagt een douane beambte die wijst naar de (slaap)matjes op onze backpacks aan mijn vriend of hij yogaleraar is. We lopen verder door grote hallen die zijn gevuld met een aroma van muffe vloerbedekkingen en spotten binnen vijf minuten een vrouw in een rolstoel aan de zuurstof omdat lopen door het overgewicht niet meer gaat.
4 juli
De porties die ze serveren zijn niet gemaakt voor ons Europeanen. Wij beschikken niet over een tweede maag zoals de meeste Amerikanen klaarblijkelijk wel. Dit wetende bestellen we in restaurants vaak maar één apetizer om vervolgens te constateren dat we deze samen zelfs niet op krijgen.
Je hebt hier ook restaurants van TVkoks waar de porties die ze serveren behoorlijk in de richting komen van de Europese maatstaven. Kleine verfijnde gerechtjes afgeblust met uitstekende Californische wijnen. In zo'n restaurant gingen we eten. Echter bij de laatste ging het mis. Alsof ze toch nog even wilden laten zien uit welk hout ze zijn gesneden kregen we een bord ter grote van een fruitschaal helemaal vol met sushi-rolls. Nu houd ik ontiegelijk veel van sushi maar dit was echt even te veel. Met pijn en moeite hebben we de helft naar binnen gewerkt. Of we nog een toetje willen, vraagt de ober dan...
5 juli
Las Vegas, een kunstmatige oase in de woestijn. De afgelopen dagen was het alsof er iemand constant met een föhn op de heetste stand in je gezicht blies. We hebben ons vergaapt aan de pracht en praal, vergane glorie en alles waar Las Vegas om bekend staat. We aten samen één voorgerecht en hadden daar de rest van de dag genoeg aan. We dronken light bier omdat dat gezond is en vierden gebroederlijk met de Amerikanen 'the 4th of July'. We voelden ons trots dat we tijdelijk deel uit mochten maken van deze fantastische natie onder één God. Hoog tijd om de staat Nevada te verruilen voor het zonnige Californië, Los Angeles om precies te zijn. Net de huurauto opgehaald, het is een paarse, YES!
7 juli
De afgelopen drie dagen hebben we ruim 2000 meter boven de zeespiegel doorgebracht. Drie dagen kamperen in de wildernis tussen de beren, geen bereik met de telefoons, geen WIFI, geen fikkie stoken ivm de droogte maar wel strak blauwe luchten, kristal heldere nachten, gekoeld bier dankzij onze koelbox, indrukwekkende vergezichten, fysiek zware wandeltocht (althans voor mij dan) met als kers op de taart een meertje hoog in de bergen kortom het was prachtig. Helaas geen beren gezien.
12 juli (denk ik)
Het toppunt van zwakzinnigheid is jezelf laten fotograferen achter de tralies op Alcatraz. Het bezoek aan Alcatraz was zeer indrukwekkend. Ik vind het goed dat zo'n plek wordt opengesteld voor de bevolking. Het enige waar ik moeite mee heb zijn de mensen die het als een soort van Disneyland benaderen. Foto's van jezelf voor het gebouw, in de cel, in de dining, van de meneer die de audiotour overhandigt om vervolgens op het einde nog een fijn setje posters te kopen van de meest beroemde criminelen die Alcatraz heeft gehad. Bah!
14 juli
We zijn in DE wijnstreek van Amerika, Sonoma Valley. We hebben ons tentje opgezet op een idyllische camping boven op een berg. Omdat we zonder plan en dus zonder van tevoren reserveren reizen kregen we bij aankomst te horen dat de camping helemaal vol stond. Geen enkele plek was er nog vrij. Na enig onderhandelen en kletsen was er plotseling wel een plekje vrij, weliswaar naast het toiletgebouw, maar heej, het is tenminste iets.
's Avonds kon je bij het Observatory door mega telescopen naar sterren en planeten kijken. Best bijzonder want dit vindt maar één keer in de drie maanden plaats. Voor het eerst in mijn leven Saturnus gezien. Bizar hoe je de planeet met ringen en al kunt zien. Daarna moest ik van mijn vriend aan de meneer vragen of hij me Uranus kon laten zien. 'Sir, can I see Uranus from here?'
16 juli
Nondeju, wat hebben we de afgelopen dagen afschuwelijk lekker wijntjes gedronken. It's like an angel pissing on your tongue. Vanmorgen werden we in alle vroegte gewekt door regendruppels die op het tentdoek tikten. De avond ervoor hadden we het plan opgevat om vandaag naar het noordelijkste deel van Californië af te reizen. Inmiddels zitten we bepakt en bezakt in de auto, verwarming aan, American Recordings van Johnny Cash op de radio en met een knorrend maagje verlaten we de wijnstreek. In de kattenbak staat onze koelbox tot de nok toe gevuld met lokale alcoholische souvenirtjes waar we de komende dagen wel zoet mee zijn. Na een pitstop bij Starbucks voor de nodige cafeïne en theïne slaan we bij Boudin SF op de rem voor een zuurdesem broodje. Al etende raken we aan de praat en besluiten we lekker impulsief om onze reisplannen te wijzigen. We gaan naar het zuiden naar Santa Barbara, daar is het vast en zeker goed weer.
20 juli
Al gitaar spelend jezelf voortbewegen op een segway, busladingen vol Chinezen met minimouse petjes op, goede wijntjes, een avond doorzakken met de buurman van de nobel-price-winner-of-the-barcode, de beste sushi ever, een gek besje als taxichauffeur en baywatchachtige hutjes op het strand. The sky is the limit here in Santa Barbara!
22 juli
Yes we're in Hollywood! Net over de 'walk of fame' geparadeerd, een museum bezocht, drankje gedaan in het Hard Rock en 2,5 uur onder de pannen in de cinema voor Star Trek 2. Super strakke pakjes, veel schrikmomenten waardoor ik de halve tijd met mijn handen voor de ogen zat, knappe acteurs en op de momenten dat ik wel durfde te kijken vloeiden de waterlanders rijkelijk. Nooit van mijn leven zoveel huilende mannen gezien, topfilm dus!
24 juli
Wat heb ik uitgekeken naar deze vakantie. Ruim drie weken hebben we voor de derde keer de USA bezocht en iedere keer voelt het weer als thuiskomen. Amerika, het land van uitersten, het land dat heel bewust zijn geschiedenis schrijft en waar patriottisme een vanzelfsprekendheid is, het land dat zijn bevolking navigeert aan de hand van waarschuwingsbordjes, ze waarschuwen je werkelijk voor álles. Hier ben ik zelfs zo aan gewend geraakt dat ik laatst tegen een glazen deur aanliep, er zat gewoon géén sticker op! (Uiteraard meteen een klacht ingediend.)
Wat is het toch fijn dat je iets waarnaar je zo verlangd hebt weer achter je mag laten. Het heeft plaats gemaakt voor een nieuw verlangen...thuis.
zondag 11 augustus 2013
zaterdag 22 juni 2013
Verf
Verf, ik ben er dol op. Als ik naar een bouwmarkt ga maak ik steevast een rondje langs de verfafdeling. Ik kan dan minutenlang kijken naar de verschillende soorten verf die er zijn. Ook de kleuren fascineren me enorm, het kijken naar verf geeft me een goed gevoel. Het is een soort geluksmakertje voor me. Op momenten dat ik me gestrest of een beetje depri voel kan ik helemaal tot rust komen voor een verfschap. Een hoogtepunt van het geluksgevoel krijg ik wanneer de bouwmarkt verf van een oude collectie in de uitverkoop gooit. Dan kan ik me niet inhouden en ga ik in ieder geval niet met lege handen naar huis. Je weet per slot van rekening maar nooit wanneer de verf van pas gaat komen.
Inmiddels heb ik een behoorlijk uitgebreide collectie verf in de garage staan waaronder een diversiteit aan grondverven, primers, spuitbussen en lakverven in verschillende kleuren en van verschillende merken. Iedere keer als ik in de garage kom en mijn verzameling zie kan ik daar helemaal blij en geïnspireerd van raken. De verven die ik heb zijn allemaal op oliebasis omdat ik dat zo ontiegelijk lekker vind ruiken en het mengt en verft zo fijn. Tegenwoordig beleef ik er plezier aan om zelf kleuren te mengen.
Soms komt het wel eens voor dat ik een verfblik, zonder dat ik het in de gaten heb, niet goed afsluit. Zo wilde ik laatst een krukje knalroze schilderen, die kleur had ik namelijk nog staan, ooit in de uitverkoop meegenomen want zeg nou zelf, wie zit er niet te wachten op roze verf? Ik in ieder geval wel. Toen ik het blik opende zat er een hard vliesje op. Dit komt bij mijn verfblikken wel vaker voor. Het doorprikken met een schroevendraaier volstaat meestal, echter niet deze keer want de verf was helemaal ingedroogd. Met pijn in het hart heb ik het blik weg moeten gooien.
Mijn fascinatie voor verf is zo groot dat ik een paar jaar geleden maar liefst 6 spuitbussen verf voor Sinterklaas heb gekregen. Als een klein kind zo blij was ik. Nu ik dit bericht typ krijg ik alweer zin om iets te gaan schilderen. Zelfs praten over verf maakt me blij. Waar is mijn portemonnee, ik ga naar de bouwmarkt!
Inmiddels heb ik een behoorlijk uitgebreide collectie verf in de garage staan waaronder een diversiteit aan grondverven, primers, spuitbussen en lakverven in verschillende kleuren en van verschillende merken. Iedere keer als ik in de garage kom en mijn verzameling zie kan ik daar helemaal blij en geïnspireerd van raken. De verven die ik heb zijn allemaal op oliebasis omdat ik dat zo ontiegelijk lekker vind ruiken en het mengt en verft zo fijn. Tegenwoordig beleef ik er plezier aan om zelf kleuren te mengen.
Soms komt het wel eens voor dat ik een verfblik, zonder dat ik het in de gaten heb, niet goed afsluit. Zo wilde ik laatst een krukje knalroze schilderen, die kleur had ik namelijk nog staan, ooit in de uitverkoop meegenomen want zeg nou zelf, wie zit er niet te wachten op roze verf? Ik in ieder geval wel. Toen ik het blik opende zat er een hard vliesje op. Dit komt bij mijn verfblikken wel vaker voor. Het doorprikken met een schroevendraaier volstaat meestal, echter niet deze keer want de verf was helemaal ingedroogd. Met pijn in het hart heb ik het blik weg moeten gooien.
Mijn fascinatie voor verf is zo groot dat ik een paar jaar geleden maar liefst 6 spuitbussen verf voor Sinterklaas heb gekregen. Als een klein kind zo blij was ik. Nu ik dit bericht typ krijg ik alweer zin om iets te gaan schilderen. Zelfs praten over verf maakt me blij. Waar is mijn portemonnee, ik ga naar de bouwmarkt!
donderdag 6 juni 2013
Vakantie
Wat is dat toch met vakanties? Dit jaar dacht ik dat we op
de goede weg zaten. Al vrij vroeg in het seizoen hebben we
overeenstemming gesloten over het land dat we in de zomer gaan bezoeken. Dit mag
je best een doorbraak noemen aangezien het plannen van vakanties altijd iets van recalcitrantie bij me oproept.
Als puber vond ik het bijvoorbeeld verschrikkelijk dat ik bij mijn baas, van
mijn bijbaantje, al in januari moest doorgeven wanneer ik in juli vrij wilde hebben.
HALLO, het is JANUARI, de grond is nog bevroren, er zitten nog geen blaadjes
aan de bomen en meneertje wil weten wanneer ik denk vrij te willen in de zomer?
Weet IK veel op welke dagen in juli het mooi weer beloofd te worden? Dat duurt nog een half jaar, ronduit
belachelijk vond ik het. Terugdenkend was dit confronterende moment een eerste kennismaking
met onze gestructureerde maatschappij. Zo doen we dat in Nederland, we willen alles plannen en
daar zal ik aan moeten wennen en me naar moeten voegen. Het gewenningsproces heeft tijd,
energie en aanpassingsvermogen van mijn kant gevraagd. Inmiddels heb ik me erbij neergelegd dat het nu eenmaal zo werkt. Neemt niet weg dat het
plannen van de vakantie voor mij een eeuwig debacle blijft.
Amerika, het land dat we willen bezoeken deze zomer, is best
groot. Welk deel gaan we dan bezoeken? We zijn twee keer eerder in Californië
geweest en verknocht geraakt aan de natuur aldaar. Maar om nu voor de derde
keer naar dezelfde staat te gaan, is dat niet een beetje saai? De vorige twee
keren hadden we alleen de vlucht geboekt en daar alles op de bonnefooi gedaan.
Met als resultaat dat we het eerste jaar ongelooflijk veel kilometers hadden gemaakt, met een efficiëntere
planning waren dit er minder geweest en toffe ‘back to basic’ campings in
natuurparken bezocht. Het tweede jaar wilden we iets meer structuur aanbrengen in
onze planning met als gevolg dat we twee dagen voor aankomst in Vegas alvast een hotel hadden vastgelegd. Onderweg naar de bestemming Las Vegas strandden
we in een klein dorpje aan de rand van Death Valley. Het dorpje ligt in the middle of nowhere en telt slechts een paar 100 inwoners met als centraal
punt een klein ‘biker kroegje’ waar ze alleen chili en ijskoud bier in
inmaakpotten serveerden. Het was hier waar we aan de praat raakten met een
kleurrijk, tikkeltje manisch, dorpsfiguur. Na een paar biertjes nodigde hij ons
uit om de volgende dag mee te gaan schieten net buiten het dorp. Hij had thuis nog
een paar Kalasjnikovs liggen. Wij moesten 'nee' zeggen omdat we, voor het eerst, een hotel van te voren hadden geboekt. Dit voorval was voor ons een
bevestiging om niet teveel te willen plannen want wie weet wat je allemaal
misloopt. Dit is twee jaar geleden gebeurd en ik zie nu ook in
dat het misschien een vreemde uitnodiging was die heel anders had kunnen
aflopen als we hier daadwerkelijk op in waren gegaan.
De vlucht voor dit jaar is geboekt, de plaats van aankomst is bekend en nu bevinden we ons in een dilemma. Gaan we een planning maken of doen we het zonder? We weten dat het voor een aantal natuurparken belangrijk is om van tevoren een
camping te boeken anders ben je aangewezen op wild kamperen. Ook dat hebben we
een keer aan den lijven ondervonden. Na tig campings bezocht te hebben waar zelfs geen plek was voor een super klein puptentje
reden we met de zielen onder arm door de prachtige natuur. Die nacht kampeerden
we zomaar ergens in de wildernis waar een muggenplaag ons dwong om om 21.00u in
het puptentje te kruipen nog niet eens tijd om een vuurtje te stoken voor de
nacht in de wetenschap dat er wilde beren vrij rondliepen. Ik moet zeggen dat ik
als een roosje heb geslapen maar mijn vriend heeft toen geen oog dicht gedaan.
Geen succes.
Willen we dit jaar teleurstellingen voorkomen dan zullen we
een planning moeten maken. Allebei hebben we een begin gemaakt en wat dingen op
papier gezet. Breekpunt blijft dat we niet weten wanneer we wat willen
bezoeken. Want hoe weten we nu al waar we tegen die tijd zin in hebben? Met jaloezie kijk
ik naar stellen die er wel in slagen overeenstemming te krijgen
en samen zelfs een mooi overzichtelijk reisschema kunnen opstellen. Ons levert het
alleen maar vreselijk veel stress op. Misschien moet ik er gewoon genoegen mee
nemen dat wij niet zo’n planners zijn en het dit jaar zoals vanouds op onze
eigen-wijze aanpakken namelijk op reis zonder planning.
zondag 26 mei 2013
Kermis
Dit jaar ga ik het anders aanpakken, wil ik er meer uithalen, meer van genieten en het echte gevoel van vroeger herbeleven. Vorig jaar was het weliswaar gezellig maar ben ik maar in èèn attractie gegaan en dat is toch wel minnetjes. Het is per slot van rekening maar èèn keer in het jaar kermis dus het maximale eruit halen is wel een must.
Kermis moet je zien als een groots dorpsfestijn waarbij het draait om de attracties en de cafés. Het hele dorp rukt uit om gezellig met zijn allen te vieren dat het... ja wat vieren we eigenlijk?
We komen met zijn allen bij elkaar om ons te vergapen aan de nieuwe knuffels, horloges en gevaarlijk indrukwekkend uitziende attracties om vervolgens te klagen dat de kermis steeds kleiner lijkt te worden, wat helemaal niet waar is maar klagen schept een band en zo heb je een leuk gespreksonderwerp. Je bestelt een biertje aan de bar en gaat in de kermistent staan. Met een beetje geluk is het droog en kun je buiten staan. Het weer is ook een populair onderwerp van gesprek op de kermis. Onze kermis kent namelijk twee weertypen, óf het is bloedje heet, dat de mussen van het dak vallen en je obsessief gaat touwtje trekken om het waterpistool te kunnen winnen, óf het regent pijpenstelen en staat met je winterjas in een te klamme tent te dicht tegen de ander aan waardoor naar de WC gaan een attractie op zich is.
Mijn favoriete attracties op de kermis zijn de notenkraam en de viskraam maar ik mag ook graag een rondje keten in het Lunapark. Wanneer de kermis is afgelopen en de mensen massaal naar huis gaan is de viskraam een echte aanrader. Zowel voor de vette vis als de ruzies die daar plaatsvinden.
Vroeger was het wel anders. Voor vijf gulden kon ik in drie attracties gaan, met een beetje geluk, wanneer het me lukte de pluim te grijpen, in vier. Op de kermis heb ik geleerd met geld om te gaan en keuzes te maken. Rondje Lunapark of een wijnbal? Vaak werd het de wijnbal, daar had ik namelijk langer plezier van, soms wel twee weken! Na de kermis lag bij ons thuis het aanrecht steevast vol met afgesabbelde wijnballen in boterhamzakjes waarop de naam van de eigenaar stond.
Gisteren was het zover, de eerste kermisdag. Ik heb meteen de daad bij het woord gevoegd en ben in een attractie gegaan die misschien al jaren onderbelicht wordt namelijk 'de bank'. Het idee is vrij eenvoudig, je gaat zitten, hekje omlaag, en dan draait de hele bank rondjes. Fantastisch!
Helaas is er op dit moment van dat gevoel weinig over. Echt kermis vieren is topsport. 's Morgens wakker worden met het gevoel 'vandaag ga ik dus echt niet meer' is een bekend fenomeen. Vanmorgen dacht ik dat het misschien zou helpen als ik een rondje ging rennen, ik kwam van een koude kermis thuis, ik ben geradbraakt. In de wetenschap dat ik over een paar uurtjes weer aan moet treden bezorgt me rillingen. Maar ik kan het dorp niet in de steek laten. Zeker in deze crisistijd voel ik de morele verplichting om te gaan en zo helpen we elkaar, nietwaar? Wie weet win ik vanmiddag wel een nieuw horloge.
Kermis moet je zien als een groots dorpsfestijn waarbij het draait om de attracties en de cafés. Het hele dorp rukt uit om gezellig met zijn allen te vieren dat het... ja wat vieren we eigenlijk?
We komen met zijn allen bij elkaar om ons te vergapen aan de nieuwe knuffels, horloges en gevaarlijk indrukwekkend uitziende attracties om vervolgens te klagen dat de kermis steeds kleiner lijkt te worden, wat helemaal niet waar is maar klagen schept een band en zo heb je een leuk gespreksonderwerp. Je bestelt een biertje aan de bar en gaat in de kermistent staan. Met een beetje geluk is het droog en kun je buiten staan. Het weer is ook een populair onderwerp van gesprek op de kermis. Onze kermis kent namelijk twee weertypen, óf het is bloedje heet, dat de mussen van het dak vallen en je obsessief gaat touwtje trekken om het waterpistool te kunnen winnen, óf het regent pijpenstelen en staat met je winterjas in een te klamme tent te dicht tegen de ander aan waardoor naar de WC gaan een attractie op zich is.
Mijn favoriete attracties op de kermis zijn de notenkraam en de viskraam maar ik mag ook graag een rondje keten in het Lunapark. Wanneer de kermis is afgelopen en de mensen massaal naar huis gaan is de viskraam een echte aanrader. Zowel voor de vette vis als de ruzies die daar plaatsvinden.
Vroeger was het wel anders. Voor vijf gulden kon ik in drie attracties gaan, met een beetje geluk, wanneer het me lukte de pluim te grijpen, in vier. Op de kermis heb ik geleerd met geld om te gaan en keuzes te maken. Rondje Lunapark of een wijnbal? Vaak werd het de wijnbal, daar had ik namelijk langer plezier van, soms wel twee weken! Na de kermis lag bij ons thuis het aanrecht steevast vol met afgesabbelde wijnballen in boterhamzakjes waarop de naam van de eigenaar stond.
Gisteren was het zover, de eerste kermisdag. Ik heb meteen de daad bij het woord gevoegd en ben in een attractie gegaan die misschien al jaren onderbelicht wordt namelijk 'de bank'. Het idee is vrij eenvoudig, je gaat zitten, hekje omlaag, en dan draait de hele bank rondjes. Fantastisch!
Helaas is er op dit moment van dat gevoel weinig over. Echt kermis vieren is topsport. 's Morgens wakker worden met het gevoel 'vandaag ga ik dus echt niet meer' is een bekend fenomeen. Vanmorgen dacht ik dat het misschien zou helpen als ik een rondje ging rennen, ik kwam van een koude kermis thuis, ik ben geradbraakt. In de wetenschap dat ik over een paar uurtjes weer aan moet treden bezorgt me rillingen. Maar ik kan het dorp niet in de steek laten. Zeker in deze crisistijd voel ik de morele verplichting om te gaan en zo helpen we elkaar, nietwaar? Wie weet win ik vanmiddag wel een nieuw horloge.
zondag 19 mei 2013
Sultan
Mijn petekind is een stoere knul van 11 jaar. Afgelopen week heeft hij een operatie ondergaan. Helaas kon ik hem niet meteen bezoeken omdat ik op vakantie was. Om hem een beetje op te beuren heb ik hem een brief geschreven.
...Op het moment dat je deze brief leest
zit het erop, is het gebeurd en ben je ervan af. Ik kan me voorstellen dat de
dag van de operatie heel erg spannend was. Als ik alleen al denk aan het
spuitje dat je krijgt om in slaap te komen dan word ik al een beetje bang. Wel
heel stoer van je dat je het gewoon gedaan hebt. Petje af! Of toch liever petje
op, nu je zo’n tulband om je hoofd gewikkeld hebt? Misschien lijk je wel op een
rijke sultan of een fakir met die tulband. Een fakir is een man die slangen kan
laten dansen als hij op zijn fluit blaast. Moet je maar eens aan pap en mam
vragen of ze een slang voor je kopen, ik heb op de zolder nog wel een blokfluit
liggen en dan kun je het proberen. Zullen ze vast blij mee zijn.
Een rijke sultan heeft trouwens heel veel
bedienden, wist je dat? Een sultan laat altijd alles voor zich doen, hij wordt
zelfs naar de WC gedragen en heeft speciale knechten die zijn achterste
schoonvegen. De hele dag door hoeft hij maar met zijn vingers te knippen en er
staat iemand bij hem om te vragen wat hij graag wil. Als hij het een beetje
warm krijgt dan heeft hij een knechtje die met grote palmbladeren wuift zodat
een zacht fris briesje voor verkoeling zorgt. Één keer knippen met de vingers
betekent sneller wuiven, twee keer knippen langzamer en als hij tussen de
tanden fluit moet het wuiven stoppen. Moet je ook maar eens thuis proberen. Je
hoeft niet perse palmbladeren te gebruiken, die zijn natuurlijk wel het fijnst
maar het kan ook met een krant. Ik denk dat je grote zus heel goed met een
krant kan wuiven. Aangezien jij nu ‘ziek’ bent vind ik dat ze dat toch op zijn
minst voor je over moet hebben. Je pap en mam zou ik, als ik jou was, de hele
dag voor je laten rennen. Zo van: “Kuch, kuch, ik heb een beetje een droge
keel, zou je me even wat appelsap kunnen brengen?” “Ja natuurlijk Sultan ik zal het meteen voor je pakken.” Als het glas voor je neus wordt gezet neem
je een slokje, trekt een vies gezicht en zegt dan: “Ooh nee, ik heb toch niet
zo’n zin in appelsap, doe mij maar een glaasje limonade, met een koekje erbij.”
Hahaha, grappig toch, gewoon nog een keer extra laten lopen, nu mag het, jij
bent de komende dagen tenslotte de Sultan in huis. Profiteer er maar lekker
van! Wel jammer dat ik je in je Sultan-periode niet kan komen opzoeken omdat ik
dan op vakantie ben. Ik had me ook wel willen laten bedienen door je ouders en
zus. Misschien kun je de tulband ophouden totdat ik terug ben, zou je dat
willen doen? Voor nu hoop ik dat je niet teveel pijn hebt en snel opknapt!...
zondag 12 mei 2013
Groningen
9 mei
Het voelt als een schoolreisje. Tassen gepakt, uiteraard veel te veel kleren mee, sixpack bier gekocht, portemonnee, telefoon en ik ben er helemaal klaar voor. Na een stevig ontbijt wacht ik op de claxon. Ons jaarlijkse vriendinnenuitje vindt dit jaar plaats in Groningen. Daarmee bedoel ik niet de stad Groningen maar de provincie. Op zo'n 20 kilometer van de stad, in the middle of nowhere, hebben we een huisje met sloep gehuurd. Wat betreft de sloep houd ik nog even een slag om de arm. Ik verwacht daar een verroeste roeiboot aan te treffen want een echte sloep dat kan ik me niet voorstellen. Lijkt me ook niet verstandig aangezien geen van ons vijven enige vaarervaring heeft.
*
Wauw! Het huisje is echt te gek, niet normaal. Er ligt een echte sloep in het water bij ons tuintje. We krijgen zo uitleg van een surfdude. Hij zal over een kwartiertje arriveren om uitleg te geven, spannend.
*
De surfdude is getransformeerd in een oud opaatje met kalknagels en sandalen. Op de fiets komt hij aanrijden en geeft ons uitleg over de sloep.
Het opaatje vraagt of een van ons enige vaarervaring heeft. Hierop antwoord ik bluffend dat ik die wel heb. Afgelopen zomer heb ik met mijn zusje een tochtje in een fluisterbootje gemaakt wat natuurlijk niks is vergeleken met deze sloep maar het opaatje accepteert mijn antwoord en geeft mij enkele instructies en dan zal het me volgens hem wel lukken.
Het voelt als een schoolreisje. Tassen gepakt, uiteraard veel te veel kleren mee, sixpack bier gekocht, portemonnee, telefoon en ik ben er helemaal klaar voor. Na een stevig ontbijt wacht ik op de claxon. Ons jaarlijkse vriendinnenuitje vindt dit jaar plaats in Groningen. Daarmee bedoel ik niet de stad Groningen maar de provincie. Op zo'n 20 kilometer van de stad, in the middle of nowhere, hebben we een huisje met sloep gehuurd. Wat betreft de sloep houd ik nog even een slag om de arm. Ik verwacht daar een verroeste roeiboot aan te treffen want een echte sloep dat kan ik me niet voorstellen. Lijkt me ook niet verstandig aangezien geen van ons vijven enige vaarervaring heeft.
*
Wauw! Het huisje is echt te gek, niet normaal. Er ligt een echte sloep in het water bij ons tuintje. We krijgen zo uitleg van een surfdude. Hij zal over een kwartiertje arriveren om uitleg te geven, spannend.
*
De surfdude is getransformeerd in een oud opaatje met kalknagels en sandalen. Op de fiets komt hij aanrijden en geeft ons uitleg over de sloep.
Het opaatje vraagt of een van ons enige vaarervaring heeft. Hierop antwoord ik bluffend dat ik die wel heb. Afgelopen zomer heb ik met mijn zusje een tochtje in een fluisterbootje gemaakt wat natuurlijk niks is vergeleken met deze sloep maar het opaatje accepteert mijn antwoord en geeft mij enkele instructies en dan zal het me volgens hem wel lukken.
*
Vanavond heb ik een vriendin leren schaken. Dat had ik beter niet kunnen doen, ben genadeloos ingemaakt. Wat een kut spel. Dan maar bier drinken.
10 mei
Jippie wij gaan varen! Er staat weliswaar een stevige wind, windkracht 5 en het ziet ernaar uit dat het gaat regenen maar dat houdt ons heus niet tegen. Na de minimale uitleg van gisteren ben ik inmiddels gepromoveerd tot kap'tein, mijn matrozen gooien de trossen los en daar gaan we.
*
De kap'tein heeft kennelijk een inschattingsfout gemaakt. Het varen was geen succes. Het water was te onrustig en de wind woei hard over de woelige baren. Even leek het erop dat de boot ging kapseizen maar door het adequaat optreden van de kap'tein (ik dus) en haar matrozen (mijn vriendinnen) zijn we weer veilig aan wal geraakt. Het waren dertig angstige minuten voor vijf levenslustige dertigers. Achteraf kunnen we erom lachen en heeft het ons nóg nader tot elkaar gebracht.
*
We besluiten de omgeving per auto te verkennen. Het besturen van een auto is een vaardigheid die we allemaal wél beheersen. Dank schoonpapa.
Twee vriendinnen voorin, een stuurt de ander navigeert. Ik zit achterin met twee andere vriendinnen en zoek op Wikipedia informatie op over de plaatsjes die we doorkruisen en verzin er hier en daar een sterk verhaal bij wat ze allemaal als zoete koek slikken.
Via Oude- en Nieuwe Pekela, op verkeersborden afgekort als Pekela's, niet te verwarren met speculaas, komen we aan in het vestingstadje Bourtange. Bij de plaatselijke VVV worden we op zijn aller vriendelijkst welkom geheten door een vrouw in klederdracht, althans dat hopen we en een ongelooflijk slecht gebit.
*
Nu lekker binnen barbecuen, verlengkabel vergeten. Er staat nog steeds een stevige wind en we hebben geen warm water.
*
We gaan een spel spelen, 30 seconds. Wat een tof spel zeg! Na drie spelrondes besluiten we te stoppen. Nou hup dan nog een potje schaken.
*
Het gaat goed, ik ben aan de winnende hand.
*
Pff, wat is het laat, ben weliswaar nog steeds aan het winnen. Ik vraag of we het potje morgen af zullen maken, zij knikt bevestigend maar veegt vervolgens de stukken van het bord.
11 mei
Wentelteefjes voor ontbijt, heerlijk. Er is weer warm water.
*
Stad Groningen! We hebben ons opgesplitst, drie vriendinnen gaan shoppen, ik en een vriendin brengen een bliksembezoek aan de Martinikerk om daarna snel de kroeg in te duiken. Het regent pijpenstelen. Heerlijk aan de speciaal biertjes en mensen gapen.
*
We zijn weer samengevoegd en drinken samen nog iets. Straks een lekker hapje eten en dan weer de kroeg in.
*
Na een gezellige, regenachtige dag in de stad Groningen gaan we terug naar het huisje. Op de terugweg hebben we in de nachtwinkel nog wat bier gescoord.
12 mei
Zondag, we maken ons op voor de terugreis naar Limburg.
*
Eenmaal thuis denk ik terug aan de afgelopen dagen en constateer ik dat ik een gelukkig mens ben. We hebben gelachen, gehuild, doodsangsten uitgestaan, goede gesprekken gevoerd, cultuur opgesnoven, een gezamenlijke bijna-dood-ervaring gehad, lekker gegeten, veel gedronken, spellen gespeeld, gelezen, gesport en geshopt. Het was een geslaagd weekend.
woensdag 1 mei 2013
Kauwgum
Gisteren heb ik sinds lange tijd weer eens een kauwgum gepakt. In mijn tas vond ik een individueel verpakt kauwgumpje dat ik een week eerder tijdens het shoppen kreeg aangeboden van een 'kauwgum-promotie-meisje'. Een van de eigenschappen waarover een 'kauwgum-promotie-meisje' moet beschikken is een zekere mate van volhardendheid. Na drie keer weigeren bleef ze vriendelijk glimlachend aandringen zodat ik, om van het gezeik af te zijn, de kauwgum geïrriteerd aannam en deze uit protest meteen in mijn tas stopte.
Eigenlijk ben ik altijd een fervent kauwgum kauwer geweest. In mijn tienerjaren domineerde de Hubba Bubba de snoeptrommel. Daar wij veel Duitse TV keken spraken wij van Hoeba Boeba. De verpakking alleen al was een waar feestje. Eenmaal de kauwgum in de mond beleefde ik de eerste 5 minuten een mierzoete smaakexplosie wat vervolgens overliep in een smakeloos stuk rubber waarmee je enorme bellen kon blazen.
In mijn puberteit was de Wild Cherry kauwgum van Stimorol mijn favoriet. Deze lag qua smaakbeleving in het verlengde van de Hubba Bubba met als pluspunt dat de Stimorol goed zou zijn voor je tanden omdat er geen suiker was toegevoegd. Het kostte me geen enkele moeite om een pakje Wild Cherry per dag doorheen te jagen. De pauzes op de middelbare school stonden in het teken van onderling kauwgum ruilen, een Wild Cherry tegen een Sportlife Cool Mint, die waren namelijk ook erg lekker. Nog een voordeel van de Wild Cherry ten opzichte van de Hubba Bubba was dat het iets langer de smaak vast hield. Na tien minuten kauwen voegde ik een verse kauwgum toe, dit herhaalde ik totdat ik na 50 minuten kauwen last kreeg van mijn kaken door die enorme prop rubber in de mond. Vijf kauwgums tegelijk was echt mijn max en na zestig minuten volgde er een volledige reset. Ik spuugde de prop kauwgums uit en begon weer van voren af aan. Dit ritueel herhaalde zich gedurende de hele dag.
Op een gegeven moment ben ik over de kauwgum heen gegroeid, er kleefden mijns inziens teveel nadelen aan dus maakte ik de overstap naar de pepermuntjes. Dit is inmiddels alweer tien jaar geleden en ik heb veel plezier beleefd aan het nuttigen van de verschillende soorten pepermunt die er zijn. Wellicht ga ik hier later een blogpost aan wijden. Bij toeval nam ik gisteren dus sinds lange tijd weer een kauwgumpje. Op de verpakking las ik dat deze kauwgum maar liefst veertig minuten zijn smaak zou houden wat mij erg veelbelovend in de oren klonk. Als dat zo zou zijn zou dat een ware revolutie op kauwgum gebied betekenen.
Verwachtingsvol scheurde ik de verpakking open en even dacht ik weer aan het 'kauwgum-promotie-meisje' die zo aandrong dat ik deze echt moest proberen. Zou ze toch gelijk hebben? Ik moet zeggen dat de belofte grotendeels klopt, maar liefst dertig minuten kauwde ik op een smaakvolle kauwgum waar je ook nog eens uitstekend bellen mee kunt blazen, kortom ik ben helemaal om. Stiekem hoop ik dat de producent van Hubba Bubba een kauwgum ontwikkelt die 60 minuten zijn smaak houdt dat zou pas echt te gek zijn. Maar voor nu voorspel ik dat de pepermuntjes de komende tijd langzaam uit mijn tas verdwijnen om weer plaats te maken voor de oude vertrouwde kauwgum.
Eigenlijk ben ik altijd een fervent kauwgum kauwer geweest. In mijn tienerjaren domineerde de Hubba Bubba de snoeptrommel. Daar wij veel Duitse TV keken spraken wij van Hoeba Boeba. De verpakking alleen al was een waar feestje. Eenmaal de kauwgum in de mond beleefde ik de eerste 5 minuten een mierzoete smaakexplosie wat vervolgens overliep in een smakeloos stuk rubber waarmee je enorme bellen kon blazen.
In mijn puberteit was de Wild Cherry kauwgum van Stimorol mijn favoriet. Deze lag qua smaakbeleving in het verlengde van de Hubba Bubba met als pluspunt dat de Stimorol goed zou zijn voor je tanden omdat er geen suiker was toegevoegd. Het kostte me geen enkele moeite om een pakje Wild Cherry per dag doorheen te jagen. De pauzes op de middelbare school stonden in het teken van onderling kauwgum ruilen, een Wild Cherry tegen een Sportlife Cool Mint, die waren namelijk ook erg lekker. Nog een voordeel van de Wild Cherry ten opzichte van de Hubba Bubba was dat het iets langer de smaak vast hield. Na tien minuten kauwen voegde ik een verse kauwgum toe, dit herhaalde ik totdat ik na 50 minuten kauwen last kreeg van mijn kaken door die enorme prop rubber in de mond. Vijf kauwgums tegelijk was echt mijn max en na zestig minuten volgde er een volledige reset. Ik spuugde de prop kauwgums uit en begon weer van voren af aan. Dit ritueel herhaalde zich gedurende de hele dag.
Op een gegeven moment ben ik over de kauwgum heen gegroeid, er kleefden mijns inziens teveel nadelen aan dus maakte ik de overstap naar de pepermuntjes. Dit is inmiddels alweer tien jaar geleden en ik heb veel plezier beleefd aan het nuttigen van de verschillende soorten pepermunt die er zijn. Wellicht ga ik hier later een blogpost aan wijden. Bij toeval nam ik gisteren dus sinds lange tijd weer een kauwgumpje. Op de verpakking las ik dat deze kauwgum maar liefst veertig minuten zijn smaak zou houden wat mij erg veelbelovend in de oren klonk. Als dat zo zou zijn zou dat een ware revolutie op kauwgum gebied betekenen.
Verwachtingsvol scheurde ik de verpakking open en even dacht ik weer aan het 'kauwgum-promotie-meisje' die zo aandrong dat ik deze echt moest proberen. Zou ze toch gelijk hebben? Ik moet zeggen dat de belofte grotendeels klopt, maar liefst dertig minuten kauwde ik op een smaakvolle kauwgum waar je ook nog eens uitstekend bellen mee kunt blazen, kortom ik ben helemaal om. Stiekem hoop ik dat de producent van Hubba Bubba een kauwgum ontwikkelt die 60 minuten zijn smaak houdt dat zou pas echt te gek zijn. Maar voor nu voorspel ik dat de pepermuntjes de komende tijd langzaam uit mijn tas verdwijnen om weer plaats te maken voor de oude vertrouwde kauwgum.
Abonneren op:
Posts (Atom)