zondag 26 mei 2013

Kermis

Dit jaar ga ik het anders aanpakken, wil ik er meer uithalen, meer van genieten en het echte gevoel van vroeger herbeleven. Vorig jaar was het weliswaar gezellig maar ben ik maar in èèn attractie gegaan en dat is toch wel minnetjes. Het is per slot van rekening maar èèn keer in het jaar kermis dus het maximale eruit halen is wel een must.

Kermis moet je zien als een groots dorpsfestijn waarbij het draait om de attracties en de cafés. Het hele dorp rukt uit om gezellig met zijn allen te vieren dat het... ja wat vieren we eigenlijk? 

We komen met zijn allen bij elkaar om ons te vergapen aan de nieuwe knuffels, horloges en gevaarlijk indrukwekkend uitziende attracties om vervolgens te klagen dat de kermis steeds kleiner lijkt te worden, wat helemaal niet waar is maar klagen schept een band en zo heb je een leuk gespreksonderwerp. Je bestelt een biertje aan de bar en gaat in de kermistent staan. Met een beetje geluk is het droog en kun je buiten staan. Het weer is ook een populair onderwerp van gesprek op de kermis. Onze kermis kent namelijk twee weertypen, óf het is bloedje heet, dat de mussen van het dak vallen en je obsessief gaat touwtje trekken om het waterpistool te kunnen winnen, óf het regent pijpenstelen en staat met je winterjas in een te klamme tent te dicht tegen de ander aan waardoor naar de WC gaan een attractie op zich is.

Mijn favoriete attracties op de kermis zijn de notenkraam en de viskraam maar ik mag ook graag een rondje keten in het Lunapark. Wanneer de kermis is afgelopen en de mensen massaal naar huis gaan is de viskraam een echte aanrader. Zowel voor de vette vis als de ruzies die daar plaatsvinden. 

Vroeger was het wel anders. Voor vijf gulden kon ik in drie attracties gaan, met een beetje geluk, wanneer het me lukte de pluim te grijpen, in vier. Op de kermis heb ik geleerd met geld om te gaan en keuzes te maken. Rondje Lunapark of een wijnbal? Vaak werd het de wijnbal, daar had ik namelijk langer plezier van, soms wel twee weken! Na de kermis lag bij ons thuis het aanrecht steevast vol met afgesabbelde wijnballen in boterhamzakjes waarop de naam van de eigenaar stond.

Gisteren was het zover, de eerste kermisdag. Ik heb meteen de daad bij het woord gevoegd en ben in een attractie gegaan die misschien al jaren onderbelicht wordt namelijk 'de bank'. Het idee is vrij eenvoudig, je gaat zitten, hekje omlaag, en dan draait de hele bank rondjes. Fantastisch! 
Helaas is er op dit moment van dat gevoel weinig over. Echt kermis vieren is topsport. 's Morgens wakker worden met het gevoel 'vandaag ga ik dus echt niet meer' is een bekend fenomeen. Vanmorgen dacht ik dat het misschien zou helpen als ik een rondje ging rennen, ik kwam van een koude kermis thuis, ik ben geradbraakt. In de wetenschap dat ik over een paar uurtjes weer aan moet treden bezorgt me rillingen. Maar ik kan het dorp niet in de steek laten. Zeker in deze crisistijd voel ik de morele verplichting om te gaan en zo helpen we elkaar, nietwaar? Wie weet win ik vanmiddag wel een nieuw horloge.

zondag 19 mei 2013

Sultan

Mijn petekind is een stoere knul van 11 jaar. Afgelopen week heeft hij een operatie ondergaan. Helaas kon ik hem niet meteen bezoeken omdat ik op vakantie was. Om hem een beetje op te beuren heb ik hem een brief geschreven. 


...Op het moment dat je deze brief leest zit het erop, is het gebeurd en ben je ervan af. Ik kan me voorstellen dat de dag van de operatie heel erg spannend was. Als ik alleen al denk aan het spuitje dat je krijgt om in slaap te komen dan word ik al een beetje bang. Wel heel stoer van je dat je het gewoon gedaan hebt. Petje af! Of toch liever petje op, nu je zo’n tulband om je hoofd gewikkeld hebt? Misschien lijk je wel op een rijke sultan of een fakir met die tulband. Een fakir is een man die slangen kan laten dansen als hij op zijn fluit blaast. Moet je maar eens aan pap en mam vragen of ze een slang voor je kopen, ik heb op de zolder nog wel een blokfluit liggen en dan kun je het proberen. Zullen ze vast blij mee zijn.
Een rijke sultan heeft trouwens heel veel bedienden, wist je dat? Een sultan laat altijd alles voor zich doen, hij wordt zelfs naar de WC gedragen en heeft speciale knechten die zijn achterste schoonvegen. De hele dag door hoeft hij maar met zijn vingers te knippen en er staat iemand bij hem om te vragen wat hij graag wil. Als hij het een beetje warm krijgt dan heeft hij een knechtje die met grote palmbladeren wuift zodat een zacht fris briesje voor verkoeling zorgt. Één keer knippen met de vingers betekent sneller wuiven, twee keer knippen langzamer en als hij tussen de tanden fluit moet het wuiven stoppen. Moet je ook maar eens thuis proberen. Je hoeft niet perse palmbladeren te gebruiken, die zijn natuurlijk wel het fijnst maar het kan ook met een krant. Ik denk dat je grote zus heel goed met een krant kan wuiven. Aangezien jij nu ‘ziek’ bent vind ik dat ze dat toch op zijn minst voor je over moet hebben. Je pap en mam zou ik, als ik jou was, de hele dag voor je laten rennen. Zo van: “Kuch, kuch, ik heb een beetje een droge keel, zou je me even wat appelsap kunnen brengen?” “Ja natuurlijk Sultan ik zal het meteen voor je pakken.” Als het glas voor je neus wordt gezet neem je een slokje, trekt een vies gezicht en zegt dan: “Ooh nee, ik heb toch niet zo’n zin in appelsap, doe mij maar een glaasje limonade, met een koekje erbij.” Hahaha, grappig toch, gewoon nog een keer extra laten lopen, nu mag het, jij bent de komende dagen tenslotte de Sultan in huis. Profiteer er maar lekker van! Wel jammer dat ik je in je Sultan-periode niet kan komen opzoeken omdat ik dan op vakantie ben. Ik had me ook wel willen laten bedienen door je ouders en zus. Misschien kun je de tulband ophouden totdat ik terug ben, zou je dat willen doen? Voor nu hoop ik dat je niet teveel pijn hebt en snel opknapt!...

zondag 12 mei 2013

Groningen

9 mei
Het voelt als een schoolreisje. Tassen gepakt, uiteraard veel te veel kleren mee, sixpack bier gekocht, portemonnee, telefoon en ik ben er helemaal klaar voor. Na een stevig ontbijt wacht ik op de claxon. Ons jaarlijkse vriendinnenuitje vindt dit jaar plaats in Groningen. Daarmee bedoel ik niet de stad Groningen maar de provincie. Op zo'n 20 kilometer van de stad, in the middle of nowhere, hebben we een huisje met sloep gehuurd. Wat betreft de sloep houd ik nog even een slag om de arm. Ik verwacht daar een verroeste roeiboot aan te treffen want een echte sloep dat kan ik me niet voorstellen. Lijkt me ook niet verstandig aangezien geen van ons vijven enige vaarervaring heeft.
*
Wauw! Het huisje is echt te gek, niet normaal. Er ligt een echte sloep in het water bij ons tuintje. We krijgen zo uitleg van een surfdude. Hij zal over een kwartiertje arriveren om uitleg te geven, spannend.
*
De surfdude is getransformeerd in een oud opaatje met kalknagels en sandalen. Op de fiets komt hij aanrijden en geeft ons uitleg over de sloep. 
Het opaatje vraagt of een van ons enige vaarervaring heeft. Hierop antwoord ik bluffend dat ik die wel heb. Afgelopen zomer heb ik met mijn zusje een tochtje in een fluisterbootje gemaakt wat natuurlijk niks is vergeleken met deze sloep maar het opaatje accepteert mijn antwoord en geeft mij enkele instructies en dan zal het me volgens hem wel lukken.
*
Vanavond heb ik een vriendin leren schaken. Dat had ik beter niet kunnen doen, ben genadeloos ingemaakt. Wat een kut spel. Dan maar bier drinken.
10 mei
Jippie wij gaan varen! Er staat weliswaar een stevige wind, windkracht 5 en het ziet ernaar uit dat het gaat regenen maar dat houdt ons heus niet tegen. Na de minimale uitleg van gisteren ben ik inmiddels gepromoveerd tot kap'tein, mijn matrozen gooien de trossen los en daar gaan we.
*
De kap'tein heeft kennelijk een inschattingsfout gemaakt. Het varen was geen succes. Het water was te onrustig en de wind woei hard over de woelige baren. Even leek het erop dat de boot ging kapseizen maar door het adequaat optreden van de kap'tein (ik dus) en haar matrozen (mijn vriendinnen) zijn we weer veilig aan wal geraakt. Het waren dertig angstige minuten voor vijf levenslustige dertigers. Achteraf kunnen we erom lachen en heeft het ons nóg nader tot elkaar gebracht.
*
We besluiten de omgeving per auto te verkennen. Het besturen van een auto is een vaardigheid die we allemaal wél beheersen. Dank schoonpapa.
Twee vriendinnen voorin, een stuurt de ander navigeert. Ik zit achterin met twee andere vriendinnen en zoek op Wikipedia informatie op over de plaatsjes die we doorkruisen en verzin er hier en daar een sterk verhaal bij wat ze allemaal als zoete koek slikken. 
Via Oude- en Nieuwe Pekela, op verkeersborden afgekort als Pekela's, niet te verwarren met speculaas, komen we aan in het vestingstadje Bourtange. Bij de plaatselijke VVV worden we op zijn aller vriendelijkst welkom geheten door een vrouw in klederdracht, althans dat hopen we en een ongelooflijk slecht gebit.
*
Nu lekker binnen barbecuen, verlengkabel vergeten. Er staat nog steeds een stevige wind en we hebben geen warm water.
*
We gaan een spel spelen, 30 seconds. Wat een tof spel zeg! Na drie spelrondes besluiten we te stoppen. Nou hup dan nog een potje schaken.
*
Het gaat goed, ik ben aan de winnende hand.
*
Pff, wat is het laat, ben weliswaar nog steeds aan het winnen. Ik vraag of we het potje morgen af zullen maken, zij knikt bevestigend maar veegt vervolgens de stukken van het bord.

11 mei
Wentelteefjes voor ontbijt, heerlijk. Er is weer warm water.
*
Stad Groningen! We hebben ons opgesplitst, drie vriendinnen gaan shoppen, ik en een vriendin brengen een bliksembezoek aan de Martinikerk om daarna snel de kroeg in te duiken. Het regent pijpenstelen. Heerlijk aan de speciaal biertjes en mensen gapen.
*
We zijn weer samengevoegd en drinken samen nog iets. Straks een lekker hapje eten en dan weer de kroeg in.
*
Na een gezellige, regenachtige dag in de stad Groningen gaan we terug naar het huisje. Op de terugweg hebben we in de nachtwinkel nog wat bier gescoord.

12 mei
Zondag, we maken ons op voor de terugreis naar Limburg. 
*
Eenmaal thuis denk ik terug aan de afgelopen dagen en constateer ik dat ik een gelukkig mens ben. We hebben gelachen, gehuild, doodsangsten uitgestaan, goede gesprekken gevoerd, cultuur opgesnoven, een gezamenlijke bijna-dood-ervaring gehad, lekker gegeten, veel gedronken, spellen gespeeld, gelezen, gesport en geshopt. Het was een geslaagd weekend.

woensdag 1 mei 2013

Kauwgum

Gisteren heb  ik sinds lange tijd weer eens een kauwgum gepakt. In mijn tas vond ik een individueel verpakt kauwgumpje dat ik een week eerder tijdens het shoppen kreeg aangeboden van een 'kauwgum-promotie-meisje'. Een van de eigenschappen waarover een 'kauwgum-promotie-meisje' moet beschikken is een zekere mate van volhardendheid. Na drie keer weigeren bleef ze vriendelijk glimlachend aandringen zodat ik, om van het gezeik af te zijn, de kauwgum geïrriteerd aannam en deze uit protest meteen in mijn tas stopte.

Eigenlijk ben ik altijd een fervent kauwgum kauwer geweest. In mijn tienerjaren domineerde de Hubba Bubba de snoeptrommel. Daar wij veel Duitse TV keken spraken wij van Hoeba Boeba. De verpakking alleen al was een waar feestje. Eenmaal de kauwgum in de mond beleefde ik de eerste 5 minuten een mierzoete smaakexplosie wat vervolgens overliep in een smakeloos stuk rubber waarmee je enorme bellen kon blazen.
In mijn puberteit was de Wild Cherry kauwgum van Stimorol mijn favoriet. Deze lag qua smaakbeleving in het verlengde van de Hubba Bubba met als pluspunt dat de Stimorol goed zou zijn voor je tanden omdat er geen suiker was toegevoegd. Het kostte me geen enkele moeite om een pakje Wild Cherry per dag doorheen te jagen. De pauzes op de middelbare school stonden in het teken van onderling kauwgum ruilen, een Wild Cherry tegen een Sportlife Cool Mint, die waren namelijk ook erg lekker. Nog een voordeel van de Wild Cherry ten opzichte van de Hubba Bubba was dat het iets langer de smaak vast hield. Na tien minuten kauwen voegde ik een verse kauwgum toe, dit herhaalde ik totdat ik na 50 minuten kauwen last kreeg van mijn kaken door die enorme prop rubber in de mond. Vijf kauwgums tegelijk was echt mijn max en na zestig minuten volgde er een volledige reset. Ik spuugde de prop kauwgums uit en begon weer van voren af aan. Dit ritueel herhaalde zich gedurende de hele dag.

Op een gegeven moment ben ik over de kauwgum heen gegroeid, er kleefden mijns inziens teveel nadelen aan dus maakte ik de overstap naar de pepermuntjes. Dit is inmiddels alweer tien jaar geleden en ik heb veel plezier beleefd aan het nuttigen van de verschillende soorten pepermunt die er zijn. Wellicht ga ik hier later een blogpost aan wijden. Bij toeval nam ik gisteren dus sinds lange tijd weer een kauwgumpje. Op de verpakking las ik dat deze kauwgum maar liefst veertig minuten zijn smaak zou houden wat mij erg veelbelovend in de oren klonk. Als dat zo zou zijn zou dat een ware revolutie op kauwgum gebied betekenen.

Verwachtingsvol scheurde ik de verpakking open en even dacht ik weer aan het 'kauwgum-promotie-meisje' die zo aandrong dat ik deze echt moest proberen. Zou ze toch gelijk hebben? Ik moet zeggen dat de belofte grotendeels klopt, maar liefst dertig minuten kauwde ik op een smaakvolle kauwgum waar je ook nog eens uitstekend bellen mee kunt blazen, kortom ik ben helemaal om. Stiekem hoop ik dat de producent van Hubba Bubba een kauwgum ontwikkelt die 60 minuten zijn smaak houdt dat zou pas echt te gek zijn. Maar voor nu voorspel ik dat de pepermuntjes de komende tijd langzaam uit mijn tas verdwijnen om weer plaats te maken voor de oude vertrouwde kauwgum.